Stikstof: een kleur- en geurloos gas dat overal om ons heen zweeft. Dat klinkt op het eerste oog misschien onschuldig. Toch heeft het in de afgelopen jaren een fel debat doen oplaaien. Een teveel aan stikstof in de lucht heeft namelijk verschillende negatieve gevolgen voor de natuur. Het leidde tot crises in de bouw én in de landbouw.
In deze aflevering ga ik in gesprek met Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden. Hij vertelt ons meer over de aanleiding van de laatste stikstof crisis, de potentiële oplossingen en hoe jij als consument ook een rol speelt.
----
Host: Deborah Sumter
Meer informatie: Website Centre for Sustainability
Productie: Klaenk
Artwork: Visual Friday
Stikstof: een kleur- en geurloos gas dat overal om ons heen zweeft. Dat klinkt op het eerste oog misschien onschuldig. Toch heeft het in de afgelopen jaren een fel debat doen oplaaien. Een teveel aan stikstof in de lucht heeft namelijk verschillende negatieve gevolgen voor de natuur. Het leidde tot crises in de bouw én in de landbouw.
In deze aflevering ga ik in gesprek met Jan Willem Erisman, hoogleraar milieu en duurzaamheid bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden. Hij vertelt ons meer over de aanleiding van de laatste stikstof crisis, de potentiële oplossingen en hoe jij als consument ook een rol speelt.
----
Host: Deborah Sumter
Meer informatie: Website Centre for Sustainability
Productie: Klaenk
Artwork: Visual Friday
00:00:00
[Start Intromuziek]
00:00:01
Jan Willem: Dan is het veel beter om te kijken: wat is nou specifiek die bron van stikstof? Dat is op een bedrijf kunstmest en krachtvoer.
00:00:10
Deborah : Mijn naam is Deborah Sumter. In deze podcast ga ik in gesprek met wetenschappers.
00:00:16
Jan Willem: Wat komt Nederland binnen? Dat is de nieuwe stikstof en wat er inkomt gaat er ook. Ja, natuurlijk levert dat minder productie op, of het ook minder oplevert is de vraag:
00:00:26
Deborah : Ik wil weten waar ze mee bezig zijn en hoe hun onderzoek de samenleving raakt. Wat is de link met de echte wereld?
00:00:33
Jan Willem: Want dat is uiteindelijk de basis van je probleem met stikstof.
00:00:36
Deborah : Je luistert naar Uit de Ivoren Toren!
00:00:39
[Start fragment over stikstof]
00:00:41
Meneer 1: Omdat Nederland een flink industrie heeft, een grote intensieve landbouw en veel verkeer stoten we al jaren teveel stikstof uit.
00:00:48
Vrouw 1: De uitspraak van de Raad van State, die raakt aan heel veel sectoren en projecten op het gebied van ruimtelijke ordening, woningbouw, ook infrastructuur.
00:00:55
Vrouw 2: Heeft allemaal te maken met een overschot aan stikstof.
00:00:59
Meneer 2: De stikstofdepositie hier in Nederland is denk ik voor het duinlandschap de grootste bedreiging. Het ziet er prachtig uit, maar het ligt echt op de loer.
00:01:06
[Einde fragment]
00:01:07
Deborah : In deze aflevering ga ik in gesprek met Jan Willem Erisman. Hij vertelt ons meer over de aanleiding van de laatste stikstof crisis, de potentiële oplossingen en hoe jij als consument ook een rol speelt.
00:01:25
Jan Willem: Ik ben Jan Willem Erisman en ik ben hoogleraar Milieu en Duurzaamheid aan de universiteit leiden bij het Centrum voor Milieuwetenschappen. Ja, mijn onderzoek is vrij breed, hè, want het gaat over milieu en duurzaamheid. Daar is iedereen bij betrokken. Dat gaat over verdienmodellen voor boeren voor andere mensen. Dat gaat over gebiedsprocessen om met allerlei belanghebbenden samen tot een oplossing te komen. Maar het gaat over beleidsadvisering op het gebied van milieu, duurzaamheid, maar vooral over stikstof. En het gaat ook heel veel over de stikstof zelf, hè. Wat doet het nou, hè in in de natuur, waar komt het vandaan? Wie kan er wat aan doen? Wat kost dat? Hoe pak je dat aan? Kun je het bijvoorbeeld met satellietwaarnemingen goed zien in de lucht? Hè. Dus er zijn allerlei vormen van onderzoek die daar in plaatsvinden.
00:02:21
Deborah : Het terugbrengen van de stikstofuitstoot lijkt misschien iets wat pas in de afgelopen jaren belangrijk is geworden, maar het speelt al langer.
00:02:29
Jan Willem: Het is een soort golfbeweging. In de jaren 60 van de vorige eeuw begon het eigenlijk al. Toen, in de jaren 80 stond het heel hoog op de agenda, eind jaren 90, vorige eeuw, begin 2000, in 2007/2008 is het hoog in het nieuws geweest, stikstof. En nu weer. En nu heeft te maken met de gerechtelijke uitspraak. De Raad van State, die heeft op 29 mei 2019 uitspraak gedaan dat het beleid op dat moment programmatische aanpak stikstof, dat dat eigenlijk onvoldoende was om de instandhouding doelstellingen van de natuur te kunnen garanderen. Dat betekende nogal wat, want iedereen stoot stikstof uit met zijn activiteiten: industie verkeer, de boeren, de luchtvaart. Allemaal in een bepaalde vorm, en eigenlijk was die uitspraak die zei: vanaf nu mag er niks meer bij. Dus iedere vergunning die op dat moment in de aanvraag was en dat waren 18 duizend kon niet gehonoreerd worden, omdat dat een extra beetje stikstof zou toe leveren. En eerst moest er verminderd worden voordat er ruimte is om weer meer stikstof te mogen emiteren.
00:03:46
Deborah : Iedereen draagt bij aan de stikstofuitstoot, bijvoorbeeld doordat we de auto pakken.
00:03:51
Jan Willem: Ja, nee, het het raakt iedereen, maar het gaat wel over een nieuwe projecten, hè. Dus hè, er mag geen stikstof bij. Dus iedereen die een project start en dat een project is dan vergunningplichtig daar voor geldt dat je dan geen vergunning krijgt, omdat je extra stikstof bijdraagt, maar dat is wel heel breed, hè. Ik bedoel, wij willen misschien een nieuw huis, een nieuw huis moet gebouwd worden en bij de bouw komt stikstof vrij. In het gebruik wanneer dat huis er eenmaal staat, je stookt op gas of je hebt een auto erbij, stook je stikstof uit en en dat mag niet, hè, Dus dat project, de bouw ligt stil totdat er ergens stikstof gecreëerd wordt, ruimte gecreëerd wordt op die natuur en dan moet dus... Andere moeten inleveren. Nou, het eerste voorbeeld waar ingeleverd is, dat hebben we met z'n allen gedaan, omdat we in 2020 in maart ging de snelheid van maximaal 130 naar maximaal 100 overdag. Nou, dat leverde voldoende ruimte voor één jaar om 25 huizen te kunnen bouwen, hè. Dus die ruimte die is op. We blijven 100 rijden, maar die ruimte is weggegeven en zo moet je dus iedere keer kleine beetjes stikstof ruimte zien te vinden op die natuurgebieden om het mogelijk te maken dat er weer vergunning is. Totdat je uiteindelijk hè en dat is nu begin dit jaar door de eerste kamer goedgekeurd, is de lange termijn structurele aanpak stikstof, de wetgeving, dat je gaat zorgen dat er echt fikse ruimte komt, hè. Dus dat je beleid voert, dat ook die stikstofneerslag, dat die echt fors naar beneden gaat de komende jaren, want dan is er voldoende lucht om ook weer nieuwe activiteiten te kunnen gunnen.
00:05:41
Deborah : Naast korte termijn maatregelen, zoals het verlagen van de snelheid op de snelweg, is het van belang dat er ook lange termijn maatregelen komen om zo structureel de uitstoot te verminderen.
00:05:52
Jan Willem: Ja, dus daar zijn d'r is een verschil tussen de landbouw. Aan de ene kant, hè dat die ammoniakuitstoten en de verbranding van fossiele brandstoffen. Dan gaat het over wegverkeer dan gaat het over de bouw, dan gaat het over elektriciteitscentrales. Nou, in dit laatste geval, hè, de stikstofoxiden daar is al beleid voor op Europees niveau, omdat de belangrijkste bijdrage is wegverkeer. Nou, voor wegverkeer zijn vanuit luchtkwaliteitafspraken, maar ook al vanuit klimaat afspraken om dat te verminderen. Dus daar wordt ingezet op elektrisch vervoer,er wordt ingezet op waterstof bijvoorbeeld, hè, en dat levert geen stikstof bijdrage. Daar ga zie je dus de komende jaren dat dat naar beneden gaat. Er gaan extra maatregelen plaatsvinden in de binnenvaart bijvoorbeeld, maar ook bij de industrie en elektriciteitsproductie en ook de kleinere industrieën die stikstofoxiden uitstoot, zodanig dat ze ongeveer 50 procent reduceren in 2035. Moeilijker en meer geld ook gaat naar de landbouw. Daar gaat ongeveer 2 miljard in. Deels is dat opkopen van boeren die op een plek zitten waar ze veel bijdragen aan die neerslag op natuurgebieden dat is de zogenaamde opkoopregeling. Dat begint met varkensbedrijf maar wordt uitgebreid voor veehouderijbedrijf en kippenbedrijven. Daar gaat ongeveer 1 miljard euro in zitten. En dan zijn er nog maatregelen als aanpassing van stallen water over mest, bij uitrijden meer weidegang hè. Dus zo zijn er allerlei maatregelen waarop ingezet wordt om in ieder geval de doelstelling te halen. En dat is dat in 2035 driekwart van onze natuurgebieden beschermd zijn tegen stikstof. De landbouw draagt ongeveer 41 procent bij, het verkeer ongeveer 11 procent en de bouw ja, eigenlijk maar 1 of 2 procent is, dus dat is maar §heel weinig. Dus het kost niet veel, maar je hebt wel de ruimte nodig.
00:07:59
Deborah : Het onderzoek van Jan Willem draagt bij aan het zoeken naar oplossingen om de stikstofuitstoot tegen te gaan. Hierbij raakt het aan andere onderwerpen zoals klimaat en water. Hij legt uit hoe het zit.
00:08:13
Jan Willem: Ja, het onderzoek wat wij doen is, dat is eigenlijk heel breed, hè, hè, want je wilt eigenlijk graag de stikstofproblematiek in kaart brengen. Dat doe je met metingen bijvoorbeeld, hè. D'r zijn, er is een landelijk meetnet waardoor het RIVM wordt beheerd. Dat is niet landsdekkend, omdat je kan... Er zijn zoveel bronnen, denk maar aan de landbouw, iedere stal is anders. We hebben een paar duizend stallen in een gebied, dus dat kun je niet allemaal doormeten, vandaar dat wij de methode gebruiken om met satellieten waarnemingen te kijken vanuit de lucht. Dat levert hele mooie kleurenplaten op, maar die moet je ook interpreteren. En klopt het dan? Moet je vergelijken eh. Dat moet je dan koppelen aan de zogenaamde verspreidingsmodellen, waarbij emissies in die modellen gaan. Die berekenen dan met allerlei weersvoorspellingen de verspreiding en dan weet je waar het neerkomt. Nou dat neerkomen is ook een proces op zich, dat moet je eigenlijk meten. Daar doen we ook onderzoek naar. Hoe je dat kan meten en waar moet je dat dan meten? Hoeveel is dat dan? En dan kun je die modellen weer toetsen. Eh, die modellen, die kun je gebruiken, hè om dan aan te geven van ja, waar komt het nou vandaan? Wat draagt de landbouw bij? Hoeveel? Aangezien dat nogal verschilt per gebied en wij niet het inzicht hebben over waar je nou het meest effectief maatregelen kan doen, hebben wij gebruikmakend met dat model, hebben wij een kaart ontwikkeld waarbij je laat zien waar je nou. Het meest effectief in de landbouw: stikstofmaatregelen kan doen zodanig dat die neerslag op alle natuurgebieden in Nederland naar beneden gaat. Dat geeft je veel meer gericht de mogelijkheid om je beleid op te richten. Maar dat is onderzoek wat wij doen. Dat doen we dan, omdat dat niet alleen het ministerie helpt om gericht maatregelen te doen, maar ook provincies om te zorgen dat zij, als zij al bedrijven opkopen dat ze dat op de juiste plek doen. Maar ook de Rabobank, hè, die kijkt naar een soort omschakelt fonds voor landelijk gebied. Waar waar moet je dan investeren en hoe kun je dan zo goed mogelijk die euro investeren? Dat gaat wat mij betreft een beetje verder dan stikstof. omdat met zo'n kaart kun je dat ook combineren met andere opgave als klimaat, wateropgave, luchtkwaliteit natuur, zodanig dat als je een euro investeert om stikstof te verminderen in een bepaald gebied, zorg dan dat dat zo veel mogelijk milieurendement oplevert. Dus ook tegen klimaatverandering werkt en ook tegen bodemdaling en ook tegen uitspoeling van allerlei nutriënten. Dat is ook onderzoek wat wij doen, zodanig dat je een kaart van Nederland krijgt, waar je nou zo effectief mogelijk je euro, je maatschappelijke euro in kan zetten om tot verduurzaming te komen.
00:11:13
Deborah : Er is dus maatwerk nodig om te bepalen waar en wanneer investeringen het meeste milieurendement opleveren. Hoe strookt dat met beleid dat er over het algemeen voor dient om op grote schaal doorgevoerd te worden?
00:11:26
Jan Willem: Nou, dat is interessant dat je dat vraagt, want dat is ook precies de complexiteit, hè. Het gaat om maatregelen die die bij een boer plaatsvinden, maar die met de hele globale ontwikkeling van de voedselvoorziening met de Sustainable Development Goals met eigenlijk met alles te maken hebben. Dus eigenlijk zou je in balans willen vinden tussen... wij noemen dat dan bottom up en topdown hè, om het netjes in Nederlandse zeggen, hè. Dus van bovenaf naar beneden en van beneden naar boven. En dat dat raakt ook mijn onderzoek in de breedte bij Leiden, hè, want ik leid het Liveable Planet programma en het Liveable Planet programma heeft dat ook als uitgangspunt genomen, hè. We hebben heel veel doelstellingen. Neem het voorbeeld van het Parijs akkoord voor klimaat. We willen hè de temperatuurstijging binnen de anderhalve graad houden. Dat betekent dat iedereen maatregelen moet nemen dat in de EU heb je dan afgesproken om 55 procent nu te reduceren in vijf in 2030 maar wat betekent dat nou voor een gebied als de Krimpenerwaard of de Gelderse vallei? Of dat is niet doorvertaald hè, we weten dat we als Nederland 55 procent moeten reduceren, maar je weet dat niet in dat gebied. Nou, dat geldt voor klimaat, dat geldt voor stikstof ook dat geldt voor de water doelstellingen. Dat geldt voor alle 17 duurzaamheidsdoelen van de Sustainable Development Goals. Het is niet vertaald naar een regio, maar aan de andere kant, in die regio daar is, is een bepaalde hechte gemeenschap. Die geven om een omgeving, die zien wat daar gebeurt en die zijn vanuit die omgeving ook heel erg gedreven om wel te werken aan verduurzaming. Nou, die twee moet je bij mekaar brengen, hè. Dus je zou eigenlijk en dat daar zijn wij naar ook naar op zoek naar naar het vertalen van die die generieke doelstellingen naar gebieden om dat als kaders mee te geven en dan in die gebieden samen aan de slag te gaan om tot die verduurzaming komen. En dat werkt ook omdat het daar de mensen raakt, daar, daar zijn de mensen gemotiveerd om daaraan te werken. Een voorbeeld daarvan is waar we nu aan de vooravond van staan om dat te starten is de Vrouwe Vennepolder in Oude Aarde vlakbij Leiden, daar heeft 't Land Van Ons heeft 32 hectare landbouwgrond gekocht. Dat is veenweidegebied. Daar willen we het water omhoogbrengen, we willen de biodiversiteit verbeteren, maar we willen daar ook de landbouw voor de toekomst doen, zodanig dat er voedselvoorziening is in de omgeving, zodanig dat dat lange termijn beheerd wordt dat gebied. Dus we zijn aan de slag met de omgeving, met bewoners, maar ook de consumenten vanuit Leiden en die daar omheen liggen eh, met allerlei organisaties als het waterschap, de gemeentes de provincies om allemaal om te kijken: hoe kun je nou gezamenlijk zo'n gebied ontwikkelen als voorbeeld voor veenweidegebieden zodanig dat het niet meer bijdraagt aan klimaat, niet meer aan stikstof, dat het mooie biodiversiteit heeft, voldoende voedsel oplevert en dat mensen daar graag komen. Dus dat is een prachtig voorbeeld: voel je je zoiets aan wil pakken.
00:14:47
Deborah : Jan Willem legt uit hoe je een project aanvliegt waar zoveel partijen bij betrokken zijn.
00:14:52
Jan Willem: De afgelopen jaren.. Ik heb dat ook op Schiermonnikoog meegemaakt al 8 jaar Dus daar veel ervaring mee opgedaan en overal is de oplossing anders, maar het proces hetzelfde. Het begint ermee dat je vanuit de wetenschap in ieder geval de kennis aan moet leveren. De feitelijkheden hè, dus wat is de toestand en wanneer eh, wat gebeurt er als je dit doet? Wat gebeurt er als je dat doet? Of hoeveel is nu die broeikasgasemissies bijvoorbeeld? Hè, dus het begint mij dat je de feitelijkheden goed heb daarin. Dat scheelt al heel veel. Het tweede is: het begint altijd bij de boeren en de mensen in het gebied als zij niet willen dan gebeurt er niks, hè. Dus je moet sowieso eerst met die mensen aan de slag om te zorgen dat zij ook een bepaalde bereidheid hebben. En meestal is dat al zo, hè, omdat ze wel in hun omgeving zien veranderen, hè, maar wel een bepaalde bereidheid hebben om samen te zoeken naar een oplossing daarin. En dan is het goed om goed te kijken naar wat precies de belangen van al die partijen zijn. Wat zijn de belangen van de boeren? Wat zijn de belangen van de bank? Wat zijn de belangen van het waterschap? Wat zijn de belangen van de consument daaromheen en hoe... En dan proberen om dat met de optiek voor de lange termijn en dan is, is dus heel belangrijk dat je weet binnen welke kaders, hè dus als je het over de Krimpenerwaard hebt, hè. Hoe? Hoeveel moet je nou reduceren in die broeikasgasemissies dan? Dat moet je zeker weten, want dat is je kader. Om binnen die kaders tot oplossingen te komen. En die oplossing zijnn overal anders, maar het proces is steeds hetzelfde.
00:16:34
Deborah : Hoe zou de landbouw er eigenlijk uitzien als we meer rekeninghouden met wat goed is voor de natuur?
00:16:39
Jan Willem: Drijfveer is om zo hoog mogelijke productie met zo min mogelijk arbeid per hectare te hebben. En dat betekent dat je met gebruik van machines, met gebruik van middelen, dat je de natuur zo veel mogelijk uitschakelt want is een risico en dat je zo groot mogelijke machines kan gebruiken. Dus dat betekent monoculturen zo min mogelijk wisseling van gewassen, liefst ieder jaar aardappelen, want dat levert het meest op in de markt of suikerbieten. Dus... maar die bodem put je dan uit. Dat weten de boeren ook, hè, dus die gaan op het scherpst van de snede zitten en die willen zoveel mogelijk hulpmiddelen daarbij. Alleen wat we vergeten zijn, is dat al die hulpmiddelen die je gebruikt, grote machines, zware machines, levert bodemverdichting op. Bodemverdichting is een van de grootste problemen met de bodem. Dus je moet eigenlijk naar veel lichtere machines, minder rotatie dus minder wisseling van hoe heet het van gewassen is slecht voor de bodem, want je geeft het geen rust. Je doet eigenlijk geen goed aan door worteling van die bodem. Dus eigenlijk zou je naar meerdere gewassen moeten gaan, ook met gewassen die stikstof binden bijvoorbeeld. Maar dat vergt iets heel anders dan van de boer, hè. Dus lichtere machines, meer gewassen in een rotatie, geen monoculturen maar liefst een afwisselend landschap, omdat dat veel weerbaarder is. Dus geen grote percelen, maar steeds kleinere percelen, bijvoorbeeld in stroken naast elkaar, met andere gewassen die goed in combinatie kunnen groeien en die elkaar met plaag bestrijding bijvoorbeeld helpen. Dan ga je terug eigenlijk naar de natuur en de kennis daarvan uit. De natuur gedreven landbouw, natuurinclusieve landbouw krijg je dan. Dat je veel meer gebruik maakt van die natuurlijke processen. Dat levert je veel minder kosten op. Het levert je ook minder productie op, maar het rendement is hoger.
00:18:44
Deborah : Dan even wat anders: in het grotere debat worden zonder al te veel context vaak oneliners gebruikt zoals "de veestapel moet verkleind" worden. Jan Willem vindt er het zijne van.
00:18:57
Jan Willem: Nou, ik kan me wel voorstellen dat mensen dat erin gooien. Ik kan me ook voorstellen dat media dat graag oppakken, hè, want waarom is het, anders is het geen nieuws en dan is het ook niet leuk. Eh, het helpt niet in het debat, moet ik zeggen: hè, want je... Ik ben toch altijd geneigd om toch weer steeds terug naar de inhoud te gaan en de feitelijkheid en veevoer verminderen. Ik snap het ik, hè, ik. Die neiging is er natuurlijk om dat te zeggen: omdat we natuurlijk eenmaal met.. We zitten met 12 miljoen... 10 miljoen varkens. We hebben hè bijna 4 miljoen runderen in Nederland, we zitten met bijna 100 miljoen kippen. Dat is wel erg druk hier. Je moet alleen uitkijken dat als je daarbij inzet dat het niet altijd per se de oplossing is. Om maar een voorbeeld te noemen. De boeren komen er steeds mee, die zeggen: ja, weet je, we hadden in 1980 hadden we 2,5 miljoen melkvee koeien en nu hebben we dan nog maar 1,6 dus hoezo vee weggedaan? Dat hebben we al gedaan. Als je daar niet bij vertelt dat tegelijkertijd de melkproductie van 9 miljard naar 14 miljard liter is gegaan, oftewel dat die koeien veel meer produceren en dus veel meer stikstof nodig hebben, vertel je dus niet het hele verhaal. En het gevaar bestaat om te sturen op dieren, dat boeren en dat blijkt uit het verleden, daar is zat bewijs zat voor... en heel logisch, die doen de minst producerende boeren weg, of dieren weg. Dus die houden de dieren over die het meeste stikstof gebruiken en het meeste stikstof emiteren. Logisch, want ze wil die productie omhoog houden. Dan is het veel beter om te kijken: wat is nou specifiek die bron van stikstof? En dat is op een bedrijf kunstmest en krachtvoer. Dat komt Nederland binnen. Dat is de nieuwe stikstof en wat er in komt gaat er ook weer uit. Dus als je effectief bezig wilt zijn, moet je die terugdraaien. Zowel kunstmest als kracht. Hoeft niet naar 0, hè, maar in Nederland hebben wij wel eens berekend: halveren kun je een heel eind binnen de die komen. Natuurlijk levert dat minder productie op. Of het ook minder dieren oplevert is de vraag hè, want misschien ga je wel veel kleinere koeien nemen of die veel minder produceren, maar nog steeds niet één of twee, maar vier in de wei lopen, hè. Dus ga terug naar de basis en ik zeg dan: draai aan die knop van de kunstmest en de krachtvoer, want dat is uiteindelijk de basis van je probleem met stikstof.
00:21:34
Deborah : Bouwbedrijven moeten veranderen. Boeren moeten mee in de transitie. Wat kan de consument doen?
00:21:40
Jan Willem: Die heeft natuurlijk een hele belangrijke rol. Het begint al met het rode kruisje wat je zet of bij bij de verkiezingen, hè. Welke partij laat je je vertegenwoordigen hierin met welke beelden? Maar het begint ook bij het eigen consumptiegedrag. Wij hebben daarvoor, hè, wij hebben heel veel instrumenten ontwikkeld om te laten zien: hè, waar... aan welke knoppen kun je draaien? We hebben een stikstofspel ontwikkeld, maar ook een stikstof footprint model kun je op internet vinden. Dan kun je je eigen dieet, wat je verbruikt hoe je vliegt, hoe je reist, eh kan je invullen en dan kun je je stikstof footprint berekenen, oftewel hoeveel door jouw consumptiegedrag, hoeveel verlies je naar het milieu. En dat kun je afzetten tegen colleaga's of tegen landelijk gemiddelde of andere landen. En dan kun je zien hoe je hoe je dat doet. Nou, dat geef je heel veel inzicht in wat de stikstof verliezen zijn ten opzichte van van wat jij doet. Groot gedeelte daarvan is voedsel. Groot gedeelte, als je vlees, eet, levert het een behoorlijk bijdrage aan jouw footprint. Het maakt nog meer uit of je kippen eet of dat je rundvlees eten. Rundvlees is acht keer zo inefficiënt hè! Dus op die manier krijg je inzicht in jouw consumptiegedrag ten aanzien van stikstof, maar dat geldt ook voor klimaat en andere belastingen, wat dat nu doet eigenlijk. Daarmee kun je dus ook bedenken dat je andere dingen zou kunnen doen daarin. Een keertje geen vlees eten hoeft niet helemaal te verbieden. Maar, hè, in ieder geval veel minder wij eten veel te veel eiwitten. Stikstof, hè, dus je kan ook teruggaan in je eiwittengebruik daarin. Dat kun je allemaal zelf doen. hè, dus de verkiezingen is 1, je consumentengedrag is een andere daarin, en ik denk dat wij, hè ook, hè als we de supermarkt in lopen, dat je keuze gedrag wordt nu ook heel erg gericht door de prijs, die waar je naar kijkt. Maar kijk ook eens naar, hè de duurzaamheidslabels daarin. Met je consumentengedrag en koopgedrag in de supermarkt en een andere winkels kun je heel erg beïnvloeden wat er geproduceerd wordt daarin. We hadden het eerder over korte ketens: Zoek je boer op! Ga met korte ketens aan de slag. Sinds corona is er een hele eh eh nieuwe business ontstaan om lokaal voedsel te bezorgen aan huis. Laat het groeien, hè, En zeker vanuit duurzaamheid... duurzame boeren. Zodanig stimuleer je natuurlijk ook de duurzame productie daarin.
00:24:21
Deborah : Ik vraag tot slot wat Jan Willems call to action is. Waar is zijn onderzoek bij gebaat?
00:24:26
Jan Willem: Nou ja, in deze tijd, ik kijk heel met spanning uit naar de politiek, hè, want die hebben toch, als zij bepaalde zaken nu niet op het lijstje zetten, nou, stikstof zal daar zeker op komen. Maar verduurzaming van regio's om te zorgen dat je in een ontspannen Nederland kan leven, waar je niet continu tegen de milieugrenzen of net eroverheen gaat en weer voor de rechter gesleept wordt, maar zodanig je Nederland inrichten dat je een natuurlijk systeem heb, waar goed leefbaar is. Gezond voor ons, met de vele mensen die wij hebben. Dat is wel de politieke uitdaging en waar ik erg naar uitkijk, is naar een nieuw soort leiderschap daarin, vanuit de politiek die lange termijn doelen voor ogen heeft en die ook echt wil bereiken. Eh en en dan integrale en niet de korte termijn, niet economie leidend laat zijn, maar lange termijn doelen voor de leefbaarheid in gebieden waar in we leven. En als de politiek dat weet te agenderen, dan kunnen wij vanuit de wetenschap heel goed aanleveren wat je waar zou moeten doen, hoe je daar allerlei groeperingen, stakeholders, bewoners bij betrekt. Zorgen dat je dat ook gezamenlijk daar rond je huis invult, maar het begin met de politiek en het begint met leiderschap vanuit de regering.
00:25:54
[Start outro muziek]
00:25:55
Deborah : Dit was aflevering 5 van Uit de Ivoren Toren. Het LDE Centre for Sustainability bedankt Jan Willem Erisman voor zijn bijdrage. Meer over onze gast vind je op onze website. Meer luisteren? Abonneer je dan op deze podcast via je favoriete podcast app. Tot de volgende!
00:26:14
[Outro muziek]