Urban mining is met de opkomst van de circulaire economie een hot topic. Het belooft een duurzamere oplossing te zijn voor de groeiende vraag aan grondstoffen ten gevolge van onder andere bevolkingsgroei en verstedelijking. Wat is de stand van zaken? In deze aflevering ga ik in gesprek met Ester van der Voet, universitair hoofddocent bij de studie Industriële Ecologie bij het Instituut voor Milieuwetenschappen in Leiden.
Weten we inmiddels al meer over de hoeveelheid materialen die is opgeslagen in de stedelijke mijn? En wanneer kunnen we beginnen met graven? Ester is een van de wetenschappers die meewerkte aan de Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021 (PBL), waarin de balans op werd gemaakt van de stedelijke mijn in Nederland. Zij vertelt ons meer over het schatten van de voorraden en hoe het in beeld beeld brengen van materiaal voorraden kan helpen om meer grip te krijgen op de kansen voor een circulaire economie.
Archiefmateriaal:
----
Host: Deborah Sumter
Meer informatie: Website Centre for Sustainability
Productie: Klaenk
Artwork: Visual Friday
Urban mining is met de opkomst van de circulaire economie een hot topic. Het belooft een duurzamere oplossing te zijn voor de groeiende vraag aan grondstoffen ten gevolge van onder andere bevolkingsgroei en verstedelijking. Wat is de stand van zaken? In deze aflevering ga ik in gesprek met Ester van der Voet, universitair hoofddocent bij de studie Industriële Ecologie bij het Instituut voor Milieuwetenschappen in Leiden.
Weten we inmiddels al meer over de hoeveelheid materialen die is opgeslagen in de stedelijke mijn? En wanneer kunnen we beginnen met graven? Ester is een van de wetenschappers die meewerkte aan de Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021 (PBL), waarin de balans op werd gemaakt van de stedelijke mijn in Nederland. Zij vertelt ons meer over het schatten van de voorraden en hoe het in beeld beeld brengen van materiaal voorraden kan helpen om meer grip te krijgen op de kansen voor een circulaire economie.
Archiefmateriaal:
----
Host: Deborah Sumter
Meer informatie: Website Centre for Sustainability
Productie: Klaenk
Artwork: Visual Friday
00:00:00
Ester van der Voet: Ja, nou, voor een circulaire economie wil je eigenlijk dat het grootste deel van je vraag wordt voldaan met recycling en niet meer uit de grond. Nou, dat kan pas gebeuren op het moment dat die vraag niet meer groeit.
00:00:15
Deborah Sumter: Mijn naam is Deborah Sumter. In deze podcast ga ik in gesprek met wetenschappers. Ik wil weten waar ze mee bezig zijn en hoe hun onderzoek de samenleving raakt. Wat is de link met de echte wereld?
00:00:30
Ester van der Voet: De helft van.. van het koper op aarde is eigenlijk al in bovengrondse vooraden, dus dat zit er al ergens verstopt in die economie.
00:00:40
Deborah Sumter: Je luistert naar Uit de Ivoren Toren. Urban mining is mt de opkomst van de circulaire economie, een hot topic. Het wordt gezien als een duurzame oplossing voor het voldoen aan de groeiende vraag aan grondstoffen. Maar wat is urban mining eigenlijk? In deze aflevering ga ik in gesprek met Ester van der Voet. Zij doet onderzoek naar urban mining. Een gesprek over bezig zijn met de verre toekomst, een gesprek over de stad als mijn.
00:01:14
Ester van der Voet: Ester van der Voet. Ik werk bij de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, Centrum voor Milieuwetenschappen, afdeling Industriele Ecologie.
00:01:23
Deborah Sumter: We hebben in de vorige aflevering al gehoord dat industrieel ecologen zich bezighouden met de stofwisseling van de maatschappij. Het is een veelomvattend concept.
00:01:36
Ester van der Voet: Je zou het kunnen beschouwen als de de interface tussen economie en milieu. Het beschrijft de economie, maar in termen van stromen, van stoffen en van energie en als zodanig... Ja, kun je zeggen van nou wat er in de economie gebeurt, dat heeft consequenties voor die materiaalstromen en en energie, en dat op zijn beurt heeft weer gevolgen voor het milieu. En het is dus niet persé daarmee zo dat om de milieudruk omlaag te krijgen dat de economische groei eruit moet. Maar je kan dus ook van alles doen op die interface op dat vlak van die interface door een zuiniger gebruik van materialen, energie, efficiënter gebruik van allerlei producten dus. En dat is, ja, zeg maar, het object van de industriële ecologie en daar doen wij onderzoek naar.
00:02:39
Deborah Sumter: In deze aflevering onderzoeken we de urban mine, oftewel de stad als mijn. Maar wat moet ik me daarbij voorstellen? Je luistert nu, naar een kort fragment van een uitzending van tegenlicht uit 2015 over urban mining.
00:02:55
Voice over stem fragment: Aan de Schelde, onder de rook van Antwerpen, ligt het bedrijf Umicore. Het is 113 hectare groot. D'r werken zo'n 1600 mensen en ze bedrijven mijnbouw. Het is een uiterst gestructureerd en efficiënt bedrijf. Ze delven zeldzame metalen: van goud, platina en lithium en zilver tot minder zeldzame als koper en lood. Ze gaven echter niet in de grond. Als ze al graven, doen ze dat in bergen elektronisch afval waaruit ze de metalen recyclen. Deze nieuwe vorm van mijnbouw wordt aangeduid als urban mining. Geschat wordt dat nu al 30 tot 40 procent van de wereldvraag naar zeldzame metalen gedekt kan worden.
00:03:40
Interviewer: Hier begint het wel een beetje als een mijn eruit te zien.
00:03:43
Jerry Kerckhoven: Ja, alleen wij gaan naar boven. Niet naar beneden.
00:03:45
Ester van der Voet: De persoon aan het woord met het Vlaamse accent is Jerry van Kerckhoven van het bedrijf Umicore: een bedrijf dat zich heeft gespecialiseerd in urban mining.
00:03:53
Jerry Kerckhoven: Urban mining gaat ervan uit dat hetgeen dat wij gebruiken in onze steden, in onze gezinnen, dat we dat inderdaad eigenlijk niet gaan weggooien maar dat we dat eigenlijk opnieuw gaan omwerken, opnieuw gaan recycelen. Dat we eigenlijk opnieuw een soort mijnbouw op gaan doen. En dat staat dan incontrast met eigenlijk de, de, de normale traditionele mijnbouw. waarbij men een put in in de grond graaft, om het zo te zeggen soms 2, 3 kilometer diep, om daar inderdaad eigenlijk delfstoffen uit te halen die in de praktijk meestal van een veel armere concentratie zijn, van een lagere concentratie aan goud, aan zilver, aan koper dan datgene we eigenlijk uit onze urban mines kunnen halen. Een een gsm toestel, een mobieltje, daar heb je eigenlijk per ton ongeveer aan 300 gram goud in zitten en dat is natuurlijk een veelvoud van de het gouderts en de goudconcentratie in het goudeerst van 2,3,4,5 misschien 10 gram per ton.
00:04:43
Interviewer: Want hoeveel elektronisch afval... mobieltjes en computers wordt er jaarlijks geproduceerd?
00:04:49
Jerry Kerckhoven: Op jaarbasis zitten we momenteel bijna aan een 2 miljard mobieltjes die verkocht worden.
00:04:54
Interviewer: Op jaarbasis, wereldwijd?
00:04:56
Jerry Kerckhoven: Wereldwijd. Ja, ik denk dat het afgelopen jaar 1,9 miljard was, die grootorde. Maar natuurlijk, als de tendens zich verder zet zal het heel gauw eigenlijk de barrière van 2 miljard stuks per jaar passeren.
00:05:08
Ester van der Voet: Je hebt al al jarenlang het bedrijf Umicore in... in Antwerpen. Daar kun je je ouwe telefoon kwijt en die recyclen dan... en die die halen daar dan die kritische materialen weer uit. Ze zitten al... Volgens mij kunnen ze al 19 verschillende van die elementen weer terugwinnen. Dat was vroeger een mijnbouwbedrijf met een slechte naam, dus die die gingen bijna over de kop en die hebben echt zichzelf heruitgevonden als urban min ebedrijf, dus dat vind ik een heel goed voorbeeld. Hier in Nederland heb je sinds een paar jaar ook een bedrijf, New Horizon, die zich bekommeren om sloopafval uit gebouwen dus en die kijken dan nou kunnen we bepaalde onderdelen, zoals deuren of.. of façades of.. of kozijnen, kunnen wedie weer kwijt in nieuwe gebouwen. Dus die stellen zich dan op als een soort van broker, een tussenpersoon, tussen de sloopbedrijven en bouwbedrijven die dat weer opnieuw kunnen gebruiken.
00:06:13
Deborah Sumter: Urban mining wordt vaak in dezelfde adem genoemd samen met circulaire economie. Is dat terecht?
00:06:20
Ester van der Voet: Ja, nou urban mining is een behoorlijk nieuw veld. Het gaat uit van het idee dat we toe moeten naar een.. een circulaire economie, een economie waarin dus geen grondstoffen of maar heel weinig grondstoffen nog uit het milieu worden gehaald en zo veel mogelijk van die grondstoffen, ja, in gebruik blijven. Circulaire economie, ja, betekent dan dat als er afvalvorming is, dat je eerst gaat kijken of je het product nog weer kunt oplappen om het dan opnieuw te gebruiken. Of misschien kun je renoveren of.. of wat dan ook eh en uiteindelijk, ja, als je het product niet kunt behouden, dan kun je kijken of je de materialen kunt recyclen. Dat is het idee achter de circulaire economie en dat betekent dat je naar de maatschappij kunt kijken als een mijn. D'r zijn heel veel grondstoffen opgeslagen in allerlei structuren, producten, dingen als gebouwen, maar ook meubilair, elektronica en en ja, daar zitten dus gewoon heel veel grondstoffen in en dat kun je ook beschouwen als een mijn.
00:07:39
Deborah Sumter: De urban mine is overal om ons heen. Maar voordat je de grondstoffen kunt winnen, wil je eerst weten wat er eigenlijk allemaal is. Prospecting. Heet dat.
00:07:50
Ester van der Voet: Ja prospecting is... is ja in het urban mining veld is het eigenlijk waar we nu zijn. Gewoon eerst maar eens kijken van hoe veel zit er eigenlijk? En ja, daarvoor moet je gegevens verzamelen over ja, alles wat... wat er is in de stedelijke omgeving. En daar zijn we dus mee bezig. Ook voor het circulaire economie beleid van Nederland, om te gaan kijken: van hoeveel is er eigenlijk? Dus we hebben een aantal van die voorraden in kaart gebracht, samen met het Centraal Bureau voor Statistiek. We hebben gekeken naar elektronica. Dat heeft CBS dan vooral gedaan. We hebben het elektriciteitssysteem in kaart gebracht. Hoeveel van die materialen zitten d'r in allerlei van die technologieën waar energie mee wordt opgewekt? Hoeveel zit er in.. in de kabels en de leidingen en hoogspanningsmasten? En ja, dat.. dat allemaal bij elkaar opgeteld dan heb je een idee van nou zoveel kilo zit er in en dat is een heleboel. Afgelopen jaar hebben we naar gebouwen gekekenD at is ook een heleboel. Dat is eigenlijk nog veel meer. Dat is de grootste, het grootste onderdeel, denk ik wel van de urban mine. Daar zitten natuurlijk het... het grootste deel daarvan is beton, dus dat is een grondstof die, ja, die is niet schaars en ook niet heel erg waardevol. Toch kun je milieuwinst halen door 'm te recyclen in plaats van zoals nu.ja, hij wordt nu vaak gebruikt in de wegenbouw om een beetje, ja, om onder stevigheid daaronder de weg te krijgen. Nou, de voorraad zelf, die die kun je je voorstellen, dat zijn, ja, is alles wat...wat in gebruik is op dat moment. De instroom is dan wat er in een bepaald jaar nieuw bijkomt dus dat zijn dan. Nou, als je het over wasmachines hebt, als ie kapot is dan vervanging je 'm. Dan, dan is daar dat een instroom, maar die kapotte dat is dan de uitstroom. Die gaat naar de afval en daar kun je dan iets mee. Voor wasmachines is dat op dit moment, dacht ik, al aardig goed geregeld, maar voor een aantal andere producten is dat toch minder het geval.
00:10:12
Deborah Sumter: Dat zijn dan de producten die je in kaart brengt? Of breng je dan alles in kaart?
00:10:12
Ester van der Voet: Dat is het idee. Dat we een soort van compleet beeld schetsen van de hele urban mine in Nederland. En dan beginnen we dus met een momentopname van hoe groot is die voorraad nu en dan gaan we daarna verkenningen maken in de toekomst van hoe gaat ie zich ontwikkelen? Wat moet erbij komen en wat komt eruit beschikbaar als eh, afval, wat je dan weer kunt hergebruiken.
00:10:37
Deborah Sumter: De stad is altijd in beweging. Hij groeit en verandert en dus verandert ook de voorraad aan materialen continu.
00:10:47
Ester van der Voet: Die hele grote voorraden, zoals gebouwen of... of infrastructuur, wegen, spoorwegen, enzovoort, dat zijn echt van die voorraden die... die inderdaad planmatig worden aangelegd en weer afgebroken. Planned obsolescence noemen we dat. Maar allerlei consumentenproducten die gaan veel meer via de markt en die hebben dan een... een levensduur, een gemiddelde levensduur. En een levensduur, die kan wat korter zijn, maar die kan ook heel veel langer zijn. Dus daar moet je ook mee rekeninghouden, maar gemiddeld, zeg maar, wordt een mobiele telefoon, na drie jaar wordt 'ie afgedankt en dan kun je daar iets mee. Voor een wasmachine is dat veel langer uiteraard, maar daar daar kun je dus ook aan rekenen. Dan gebruik je dus die levensduur. En een voorraad kan groeien. Als de bevolking groeit, als er meer mensen komen, ja, dan zijn er meer huizen nodig en meer auto's en enzovoorts, dus die voorraad groeit. En het verschil echt tussen urban mining en gewone is mining is dat. Die voorraad, die is nu in gebruik, dus je kan niet dat zomaar gaan mijnen. Je moet echt wachten tot 't beschikbaar komt, maar dat hoort dan ook bij de prospecting van die urban minde. Dat je daarover gaan nadenken. Van wanneer kunnen we dat dan gaan hergebruiken en hoeveel is het? En op welk moment is het zo veel geworden dat het echt gaat uitmaken en dat je dus echt veel minder nieuw materiaal moet gaan gebruiken.
00:12:21
Deborah Sumter: En wat is de stand van zaken? Weet, is Ester hoe groot de materiaal voorraden zijn die zich bevinden in de urban mine in Nederland.
00:12:30
Ester van der Voet: Ja, zoals wij nu daarnaar gekeken hebben, blijken dat toch om hele grote hoeveelheden materialen te gaan. Voor koper hebben we daar ook specifiek naar gekeken. Mede naar aanleiding van de uitspraak van een.. een collega van mij van Yale University die ook dit soort onderzoek doet. Thomas Graedel die zei: nou, de helft van van het koper op aarde is eigenlijk al in bovengrondse voorraden. Het zit al in... in ergens verstopt in die economie. En wij hebben dat voor Nederland ook bekeken en... en dat is zelfs nog meer dan dat. Nou is Nederland natuurlijk niet een gemiddeld land. Wij zijn wat rijker, dus we hebben meer spullen. Dus daar zal het meer zijn. Maar alleen al voor het elektriciteits- tijd systeem kwamen we erop dat de hoeveelheid koper per persoon die daarin zit al even groot is of in dezelfde grootteorde is als de hoeveelheid koper onder de grond per persoon. Dus die urban mine is echt heel groot en zeker voor dat soort metalen zoals koper, staal, ijzer, daar daar is, ja, dat zijn gigantische hoeveelheden.
00:13:45
Deborah Sumter: Er wordt dus al heel veel koper en staal gerecycled, maar kritieken materialen, dat zijn materialen die zeldzaam zijn of waar moeilijk aan te komen is, zoals bijvoorbeeld kobalt en lithium worden in mindere mate gerecycled.
00:14:01
Ester van der Voet: Nou, als je gaat kijken van wat daar nu van wordt gerecycled dat is bijna niks en dat heeft met verschillende dingen te maken. Eén is dat toepassingen daarvan vrij nieuw zijn, zodat, ja, voor een heleboel gevallen ze gewoon nog niet in het afval zijn gekomen. Maar twee is ook dat die vaak in hele kleine hoeveelheden in een product zitten. En ja, om dat er weer uit te halen. Dat is nog niet zo makkelijk en dat is vooral ook duur. Dus dan kost eigenlijk je gerecyclede materialen meer dan een nieuwe materiaal. En dan gebeurt het dus niet. Dat is een grote hinderpaal. Een andere hinderpaal is de wetgeving rondom afval. Als iets één keer het label afval heeft, dan mag er bijna niks meer mee. En dat is niet alleen in Nederland. Dat is in heel Europa en zelfs wereldwijd zijn daar vrij strikte regels voor. En ja, dan moet je daar weer omheen en dat is lastig en daar heeft niemand zin in. Zeker niet als het ook nog eens een keer niet zoveel opbrengt, dus dan dan, ja, dan doe je dat gewoon niet. Maar dat is wel iets waar over nagedacht moet worden. Van hoe los je dat op, moet die wetgeving anders worden en moeten er financiële incentives komen? Een heffing bijvoorbeeld op grondstoffen? Of misschien een heffing op CO2? Dat is iets wat ook kan helpen om om die secundaire productie op gang te krijgen. Als je naar metalen kijkt. Dat zijn heel energieintensieve materialen, het kost een hoop energie om ze te maken en daar met die energie gaan natuurlijk CO2 emissies gepaard. Als je ze recycled dan, ja, dan hoef je heel dat proces van die mijnbouw en die refining hoef je niet opnieuw door te gaan. Dus het energiegebruik is dan veel lager en de CO2 emissies ook. Dus ja, zelfs een een CO2 heffing kan helpen om die recycling goed op gang te brengen.
00:16:15
Deborah Sumter: Wanneer we onze omgeving meer en meer als mijn gaan beschouwen. Wat zijn daarvan de gevolgen? Kunnen we nog wel in de stad blijven wonen als er constant gegraven wordt naar nieuwe materialen?
00:16:28
Ester van der Voet: We hebben nu ook afval en dat wordt ook ingezameld en dan zijn er andere mensen die dat afval inzamelen. Het is niet zo... Je moet je niet voorstellen dat ineens de stad vol met akelige industrieën komt te staan, waardoor de vervuiling weer toeneemt. Dat zal ongetwijfeld niet hier gebeuren. Dat is wel één van de ja, wat mij betreft misverstanden die je vaak ziet als je het hebt over circulaire economie. Het hele idee dat alles lokaal moet worden hergebruikt. Dat.. dat kan natuurlijk niet en dat dat is ook helemaal geen goed idee. Dat moet veel grootschaliger, dus circulaire economie is... is geen lokaal ding, dus wij krijgen niet allerlei fabrieken in de stad ineens. Die staan gewoon netjes op industrieterreinen.
00:17:19
Deborah Sumter: In een interview met het Leidsch Dagblad in 2016 zei Ester eerder, dat in het ideale geval een stad net zo veel grondstoffen zou moeten kunnen leveren, als de jaarlijks de behoefte. Dan pas ontstaat er de circulaire economie. Dat klinkt nog wel als toekomstmuziek.
00:17:44
Ester van der Voet: Het punt is natuurlijk: ja, nou, voor een circulaire economie wil je eigenlijk dat het grootste deel van je vraag wordt voldaan metrecycling en niet meer uit de grond. Nou, dat kan pas gebeuren op het moment dat die vraag niet meer groeit, want anders blijf je achter de feiten aanhobbelen, hè. Die vraag die groeit en de hoeveelheid afval. Ja, daar zit een vertraging in die soms wel 50 jaar kan zijn, omdat die de producten waar het inzit zo'n ange levensduur hebben. Maar 50 jaar geleden was de vraag veel lager. Dus de hoeveelheid die uit afval komt is echt heel veel lager dan de vraag nu. En dat moet dus bij halen. En dat kan alleen als de vraag gaat afvlakken. Nou, dat is nu nog echt niet aan de hand. Het is wel iets waarvan ik verwacht dat het gaat gebeuren. Ten eerste moet dan gewoon de bevolking niet meer zo groeien, en dat is iets wat je in... in scenarios voor de toekomst wel ziet, dat daar rekening wordt gehouden met de stabilisatie van de wereldbevolking. Dus dat gebeurt, ja, als het goed is, vanzelf, alleen niet vandaag en ook niet morgen. Het gaat nog een paar tientallen jaren duurde en dan moet, ja, de... de vraag naar spullen moet ook stabiliseren, dus dat per persoon je niet steeds meer en meer wilt hebben. En ook dat is iets wat vanzelf wel optreedt ik bedoel, als je rijker wordt, hoef je niet nog een wasmachine, dus ja, dat.. dat... dat stabiliseert op een bepaald moment. Dat heet stock saturation. Dus als die twee dingen gebeuren, ja, dan kan... kan het aanbod van tweedehands materaal kan kan bijtrekken naar het niveau van de vraag toe en dan kun je echt die circulaire economie realiseren. Maar dat duurt nog wel een poos.
00:19:43
Deborah Sumter: Het schatten van de grootte van voorraden vergt dus een blik op de horizon. Hoe is dat eigenlijk om onderzoek te doen naar iets dat nog zo ver in de toekomst ligt?
00:19:54
Ester van der Voet: Ik vind dat zelf super interessant. Het is echt, ja, het...het... het.... In mijn tijd gaat het waarschijnlijk niet meer gebeuren, dus het is echt iets wat... wat voor de volgende generaties is. Maar het is wel een... een beeld wat je in je hoofd kunt houden voor... voor, ja, een een mogelijke toekomstige, duurzame samenleving. Dus ik vind het heel mooi om daarmee bezig te zijn. Het is wel.. Ik kan me voorstellen dat dat niet voor iedereen prettig is om te denken... te denken over tijden nadat jezelf daar niet meer bent, maar ik vind dat juist heel mooi ja.
00:20:33
Ester van der Voet: Je ziet dat veel, hè, bij mensen die scenarios doorrekenen en nadenken over de toekomst, dat ze graag willen proberen om die toekomst zo nauwkeurig mogelijk te voorspellen. Nou, dat moet je volgens mij nooit doen, want als er één ding zeker is, over die toekomst is dat wat voor voorspelling je ook maakt, het gaat niet zo gebeuren. Er zijn altijd dingen die... die opduiken en die onverwacht zijn en die... waardoor de wereld toch een hele andere kant op gaat ineens. Dus wat veel zinvoller is dan.. dan proberen te voorspellen, is om verschillende richtingen proberen te verkennen. En dan hoef je je dus helemaal niet druk te maken over onzekerheden en hoe realistisch is dat? Dat is helemaal niet het punt van die toekomstverkenningen. Je kan gewoon eens wat uitproberen: van stel, nou ja, we gaan naar een volledige circulaire economie toe, in de toekomst... weet ik veel wanneer, maar wat maakt dat dan uit voor bijvoorbeeld CO2 emissies? Nou, dan zie je dat echt enorm veel uitmaakt. Dus dan weet je, het is de goede richting, je moet in ieder geval die kant op en en zo kun je daar ook naar kijken van nou, what if scenarios. Stel nou dat dit of dat zou gebeuren. Wat zouden daar dan de consequenties van zijn? En dat is heel zinvol, ook al weet je heel zeker dat.. dat niet zo gaat gebeuren.
00:22:06
Deborah Sumter: Het in beeld brengen van materiaalvoorraden kan dus helpen om meer grip te krijgen op de kansen voor een circulaire economie, maar het is pas de eerste stap van een lange weg richting de transitie.
00:22:19
Ester van der Voet: De urban mine in kaart brengen is stap 1. Stap 2 is kijken: hoe ontwikkelt zich in de toekomst en wat komt eruit? Wat kunnen we verwachten aan... aan de afval kant. En dan is stap 3: wat kunnen we daarmee? En die is nog niet gezet. Maar die moet gezet worden en dat kan... kunnen wij niet alleen doen, want daar heb je heel veel technische kennis voor nodig. Dus dan moet je materiaalontwerpers en productontwerpers moet je erbij halen. We moeten ook dingen echt gaan veranderen in de manier waarop producten worden ontworpen zodat je makkelijker uit elkaar kunt halen en daarmee makkelijker, nou bepaalde onderdelen kunt hergebruiken maar ook makkelijker bepaalde materialen weer kunt recyclen. En dat is expertise, die hebben wij hier niet, maar bijvoorbeeld wel bij de TU Delft.
00:23:10
Deborah Sumter: Ik vraag tot slot aan Ester wat haar call to action is. Wat is er nodig om haar onderzoek een stapje verder te brengen?
00:23:18
Ester van der Voet: Ik zou eigenlijk, want dit is dus heel erg maatschappij gestuurd onderzoek al, willen zeggen van: waar meer behoefte aan is, is dat dit ook verankerd raakt in wetenschappelijke gremia zoals NWO. Die hebben af en toe wel een programma waar dit soort onderzoek in past, maar niet... het zit niet in hun standaard gebieden. Dus dat betekent dat voor de standaard subsidies, dat wij heel vaak gewoon daarnaast grijpen, omdat we nergens impassen. Industriele ecologie is niet eens één van de disciplines daar en dat... dat zou echt moeten veranderen, want dan krijg je ook dat je voorstellen niet alleen maar worden gelezen door mensen die daar niks van af weten en dan dus grote kans lopen om afgewezen te worden. Dat is echt een punt. Dus ja, de maatschappij wil wel, maar de wetenschap nog niet zo erg.
00:24:25
Deborah Sumter: Deze podcast is gemaakt door Deborah Sumter voor het Centre for Sustainability. Eindproductie en sound design door Michiel van Poelgeest van Klaenk. Klaenk met ae. Voor meer informatie over ons of onze gasten ga je naar center streepje for streepje sustainability punt NL (centre-for-sustainability.nl). Het LDE Centre for Sustainability bedankt Ester van der Voet voor haar bijdrage. Meer luisteren? Abonneer je dan op deze podcast via je favoriete podcast app. Tot de volgende!